Je bekijkt nu Verzoek om ontbinding arbeidsovereenkomst op meerdere gronden

Verzoek om ontbinding arbeidsovereenkomst op meerdere gronden

Een werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met een werknemer op meerdere gronden. De eerste grond was zodanig verwijtbaar handelen van de werknemer dat van de werkgever in redelijkheid niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De tweede grond betrof een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding. De derde aangevoerde ontslaggrond was de combinatie van beide gronden.

De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen en de werkgever veroordeeld om de werknemer op de werkvloer toe te laten voor re-integratie. De werkgever heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de kantonrechter.

Hof Arnhem-Leeuwarden is het eens met de kantonrechter.

Naar het oordeel van het hof kan niet worden vastgesteld dat de werknemer de veroorzaker is van de conflicten en de slechte sfeer op de werkvloer. Het had op de weg van de werkgever gelegen om te onderzoeken wat er precies is gebeurd en wat ieders rol daarin was. De werkgever voerde aan dit te hebben gedaan. Volgens het hof heeft de werkgever niet genoeg gedaan. Omdat de spanningen al langer bestonden had de werkgever niet mogen veronderstellen dat de werknemers hun conflicten zelf zouden oplossen. De werkgever had daarvoor hulp moeten inschakelen.

De werkgever heeft niets gedaan met een brief van de werknemer, waarin hij voorbeelden geeft van pesterijen door een collega en waarin hij de werkgever uitdrukkelijk verzoekt de brief serieus te nemen.

Van een ernstige en duurzame verstoring van de arbeidsverhouding is pas sprake als na het ontstaan van de verslechterde verhoudingen serieuze pogingen zijn ondernomen om de verhoudingen tussen partijen te verbeteren. De pogingen die de werkgever heeft ondernomen zijn volgens het hof onvoldoende. De werkgever volstond met enkele groepsgesprekken, waar conflictbegeleiding door een mediator of groepscoaching op zijn plaats was geweest. Niet is komen vast te staan dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord.

Het hof is van oordeel dat ook het beroep op de combinatiegrond niet slaagt, omdat de onderbouwing van de andere aangevoerde ontbindingsgronden onvoldoende is. De werkgever heeft niet voldoende gemotiveerd waarom de arbeidsovereenkomst toch zou moeten worden ontbonden op de combinatiegrond.

Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden | jurisprudentie | ECLINLGHARL20226114, 200.309.408 | 17-07-2022